In de artikelen worden onderstaande symptomen en klachten genoemd als voorbeeld. Het onderzoek naar de vraag wat wel en niet kenmerkend is voor 'een chemobrein' richt zich op deze typen klachten. Last hebben van ‘een chemobrein’ wil niet zeggen dat je al deze klachten ook moet hebben. De mate waarin je last hebt van deze klachten is afhankelijk van wat je thuis of op je werk doet, en op welke manier je die taken en rollen aanpakt. Hoe meer je je geheugen en concentratie nodig hebt, hoe meer je de klachten opmerkt. Afhankelijk van wat je gewend bent in het dagelijks leven te doen, kan de extra inspanning die nodig is om met deze klachten om te gaan dus behoorlijk groot zijn. Zo groot zelfs dat je je werk niet meer op dezelfde manier kunt doen. Of dat je bekaf bent na een paar uur werken.
Voorbeelden
In algemene termen hebben we het over: geheugenproblemen, concentratieproblemen, vergeetachtigheid en moeite met multitasken. Voorbeelden hiervan zijn:
• de draad kwijtraken door telefoontjes tussendoor
• niet op woorden kunnen komen
• de weg ergens naar toe niet meer bewust weten
• moeite om informatie uit het geheugen op te diepen
• problemen met het vinden van woorden of op namen kunnen komen
• vergeten wat je aan het doen bent
• dingen niet kunnen onthouden
• vergeten wat je net verteld hebt
• problemen met het leren van nieuwe dingen (als een taal)
• tijdens vergaderingen niet snel genoeg kunnen denken, interpreteren en reageren
• geen krant meer kunnen lezen als de tv aanstaat
• je partner niet horen als je aan het koken bent
• niet goed kunnen schakelen tussen dingen
• niet goed kunnen werken onder tijdsdruk
• meer tijd en inzet nodig hebben om je werk af te krijgen op het verwachte kwaliteitsniveau
• moeite met complexe taken
• snel overprikkeld raken
Ziet het chemobrein er voor iedereen hetzelfde uit?
Niet iedereen die chemo krijgt, krijgt deze klachten ook. Ongeveer 30% van de borstkankerpatiënten geeft bijvoorbeeld aan hier last van te hebben. Daarnaast zijn er verschillen in hoe lang de klachten aanhouden. Nog onderzocht wordt of en hoe genen hierbij een rol kunnen spelen. Ook worden er verschillen gemeld tussen laag- en hoogopgeleiden (meer problemen bij hoogopgeleiden). Vermoed wordt dat je kwetsbaarder bent voor de effecten van chemobrein als je minder in staat bent de gevolgen van de klachten te compenseren. Bijvoorbeeld bij ouderen, of als er ook andere ziekten spelen. De mate waarin de klachten als probleem worden gezien is natuurlijk ook afhankelijk van wat je in je dagelijks leven doet. Bijvoorbeeld of je in je werk afhankelijk bent van je geheugen.
Waarschijnlijk is het een combinatie van al deze factoren en is het dus per persoon verschillend of de klachten optreden en hoe hinderlijk of hardnekkig ze zijn.